Bekijk onderstaand filmpje over het afsluiten van wonden.

Let goed op welke bloedlichaampjes zorgen voor het afsluiten.

Als het bloevatenstelsel wordt beschadigd, volgt er een bloeding. Deze kan inwendig of uitwendig zijn. Een mens kan tot 15% van zijn bloed verliezen zonder ernstige gevolgen. Langzaam, voortdurend bloedverlies leidt echter tot bloedarmoede en bij snel bloedverlies tot shocktoestand.

Het lichaam heeft een speciaal systeem om veel bloedverlies tegen te gaan: het stollingsmechanisme. Het beenmerg maakt speciale cellen aan, de bloedplaatjes. Zodra een bloedvat beschadigd is, groeperen de bloedplaatjes zich op de plaats van de verwonding. Ze vormen door samen te klitten een prop. Ze geven bovendien een stof af die de bloedvaten vernauwt waardoor de bloedtoevoer afneemt. De eigenlijke stolling gebeurt met behulp van fibrinogeen, een stollingseiwit, dat opgelost zit in het plasma. De bloedplaatjes dragen een stof die bij verwonding vrijkomt waardoor fibrinogeen omgezet wordt tot vaste fibrinedraden. Er vormt zich dan op de wonde een netwerk van fibrinedraden met daartussen de prop van bloedplaatjes. Op die manier wordt de wonde afgesloten.