Bloedsomloop
Bloedsomloop:
- De verschillende bloedsomlopen bij de mens kunnen herkennen, benoemen en opsommen
- De kleine bloedsomloop
In heel ons lichaam stroomt het bloed doorheen grote en kleine bloedvaten. Die vormen een gesloten systeem. Het hart pompt het bloed doorheen die bloedvaten. De weg die ons bloed ins ons lichaam volgt noemen we de bloedsomloop.
Vanuit het hart vertrekken een kleine bloedsomloop en een grote bloedsomloop. We kunnen dus zeggen dat de mens een dubbel bloedsomloop heeft. In tegenstelling tot sommige andere gewervelde dieren blijft het zuurstofrijk bloed en het zuurstofarm bloed steeds gescheiden.
Slagaders worden vaak genoemd naar het orgaan waar ze het bloed naartoe voeren, bijvoorbeeld:longslagader. Aders worden genoemd naar het orgaan waar ze het bloed van wegvoeren. Bijvoorbeeld: longader.
Kleine bloedsomloop:
De rechtervoorkamer ontvangt zuurstofarm bloed uit de twee holle aders en stuwt het via de rechterkamer naar de longslagader die zich vertakt en het bloed naar de longen voert.
In de longen vertakken de longslagaders zich in steeds kleinere slagaders die eindigen in longhaarvaten.
De longhaarvaten liggen rond de longblaasjes en het is daar dat het bloed koolstofdioxide afgeeft aan de longlucht en zuurstofgas opneemt uit de longlucht.
Na de uitwisseling van die gassen verzamelen de longhaarvaten zich tot kleine aders die uitmonden in de grotere longaders. Vanuit elke long vertrekken twee longaders die het zuurstofrijke bloed terugvoeren naar de linkervoorkamer.
SCHEMA:
rechtervoorkamer (ZA)-> rechterkamer (ZA)-> longslagader (ZA)-> longen -> longader(ZR) ->linkervoorkamer (ZR)-> linkerkamer(ZR)
ZA=zuurstofarm, ZR=zuurstofrijk
FUNCTIES:
- opname van zuurstofgas uit de longen in het bloed
- Afgifte van koolstofdioxide uit het bloed aan de longen
Grote bloedsomloop:
Hetzuurstofrijke bloed van de longaders komt in de linkervoorkamer terecht en stroomt door naar de linkerkamer. Vanuit de linkerkamer wordt het bloed in de aorta gestuwd. De aorta vertakt in meerdere slagaders die over het volledige lichaam verspreid liggen en de weefsels van bloed voorzien.
In de weefsels vormen die slagaders een haarvatennetwerk. Daar gebeurt de uitwisseling van zuurstofgas, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen tussen het bloed en de weefsels.
Doordat de wanden van de haarvaten slechts één cellaag dik zijn, kunnen water, opgeloste stoffen en gassen doorgelaten worden.
Zuurstofgas en voedingsstoffen worden door de cellen opgenomen uit het bloed en koolstofdioxide en afvalstoffen worden door de cellen afgegeven aan het bloed. De haarvaten verzamelen zich tot grotere aders die uitmonden in de onderste en bovenste holle ader. Die beide holle aders voeren het bloed terug naar de rechtervoorkamer van het hart.
Tussen de dunne darm en de leven bevindt zich een verbindingsbloedvat: de poortader. De poortader voert het bloed van de dunne darm naar de lever.
SCHEMA:
linkervoorkamer (ZR)-> linkerkamer (ZR)-> slagader (ZR)-> haarvatennetwerk -> ader (ZA)-> holle ader (ZA)-> rechtervoorkamer (ZA)
FUNCTIES:
- voedingsstoffen en zuurstofgas naar de lichaamscellen vervoeren
- afvalstoffen vanuit de lichaamscellen naar de uitscheidingsorganen vervoeren
Bekijk op de volgende site de animatie bij bovenstaande uitleg
bekijk de animatie over de bloedsomloop op
http://biodesk.nl/bloed/bloedsomloop.php